Wat moet je wel en wat niet meenemen als je op wereldreis gaat? Hieronder tien tips die je helpen om comfortabel de wereld rond te reizen.
1. Neem een klein dekentje mee
Nu denk je waarschijnlijk ‘een dekentje? ik ga naar een warm land!’. Maar echt waar, ook in een warm land ben je maar wat blij met je dekentje/doek/kleedje. In warme landen hebben ze de vervelende gewoonte om de airco op volle kracht aan te zetten in de bus. Als je een kort busritje maakt is dit niet zo erg, maar als je er 10 uur in zit wel. Het is natuurlijk wel zo dat een kleedje veel ruimte inneemt, terwijl je juist al ruimte te kort komt in je backpack. Veel backpackers binden het kleedje daarom aan hun backpack vast, zodat deze geen extra ruimte in beslag neemt. Bovendien weegt een kleedje bijna niets. Ook kan hetzelfde kleedje gebruikt worden om op te liggen op het strand of in een parkje.
2. Twee betaalpasjes mee
Neem een creditcard én een pinpas mee. De creditcard is handig voor het boeken van hostels op internet. Vaak wordt kan je online alleen maar met een creditcard betalen. Het kan in het buitenland wel eens voorkomen dat een pinpas of creditcard van een bepaalde bank niet bij elke pinautomaat werkt. Wanneer je een creditcard én een pinpas hebt, is er altijd wel eentje die geaccepteerd wordt. Daarbij is het handig om twee pasjes bij je te hebben, voor het geval er eentje gestolen wordt of je er eentje kwijtraakt. Bewaar de pasjes dan ook nooit bij elkaar. Het is overigens aan te raden om voordat je weggaat bij je bank na te vragen of je betaalpas ‘aanstaat’ in het buitenland. Bij sommige banken kan je standaard alleen in Europa betalen met je betaalpas uit fraudepreventie. Wil je wel over de hele wereld kunnen betalen, dan moet je deze optie eerst aanzetten.
3. Geen moneybelt
Met een moneybelt denk je misschien dat je geld en reisbescheiden een stuk veiliger zijn, maar niets is minder waar. Zakkenrollers zijn er juist op getraind om moneybelts te spotten. Hoe ze het doen is een raadsel, maar er zijn genoeg gevallen bekend waarbij een zakkenroller langs je loopt, met een mesje een gat maakt in je moneybelt en het geld er uit haalt. En dit zonder dat jij ook maar íets door had. Daarbij word je door doorgewinterde backpackers ook uitgelachen om je moneybelt.
4. Neem een slotje mee
In eigenlijk alle hostels kan je je spullen in een kluisje doen. Heel zelden heeft zo’n kluisje een cijferslot, meestal moet je er zelf een slotje omheen doen. Bij sommige hostels kan je een slotje kopen, maar niet bij allemaal. Bovendien is het goedkoper om een slotje vanuit Nederland mee te nemen, dan er eentje voor de hoofdprijs in een hostel aan te schaffen.
5. Lichte backpacker en goedkope parkeerplaats
Het lijken twee open deuren, maar het moet toch nog een keer gezegd worden. Bedenk je dat je soms misschien wel een uur met je backpack rondloopt, verdwaalt en in de volle zon. Dan voelt een backpack een stuk zwaarder aan dan toen je hem een minuutje testte thuis. Als je via België naar je bestemming vliegt in plaats van via Nederland, kan dit soms flink wat geld schelen. Denk er dan wel aan om je auto te parkeren in een goedkope parkeergarage. Als je wel vanaf Nederland vliegt en je wilt je auto er laten staan, dan kan je ook goedkoop parkeren bij Schiphol.
6. Kledingzeep
Natuurlijk breng je vaak je kleding naar een wasserette, maar sommige kleding zoals een rokje of truitje kan je ook makkelijk met de hand wassen. Er bestaan speciale stukken zeep die geschikt zijn om kleding mee te wassen. Zo’n stuk zeep gaat super lang mee en het scheelt je veel geld om af en toe iets met de hand te wassen.
7. Een externe oplader
Wanneer je lang in de bus zit is je reader en je telefoon sneller leeg dan je denkt. Zit je net lekker in een goed boek of heb je bijna je record verbroken met angry birds, valt je batterij uit. Met een externe oplader zorg je er voor dat je apparaten de gehele busrit mee kunnen. In een dorm room zijn ook vaak niet genoeg stopcontacten voor iedereen in de kamer, terwijl iedereen z’n camera, telefoon, reader en ipod wil opladen. Een externe oplader is dan echt een uitkomst.
8. Neem oordopjes mee
In een dorm slaap je met veel mensen, die op allemaal verschillende tijden thuiskomen en weer weggaan. Om toch van een goede nachtrust te kunnen genieten zijn oordopjes ideaal.
9. Doe niet wat de reisgids zegt
Je reisgids vertelt je misschien dat je het beste ’s ochtends heel vroeg naar die ene mooie bezienswaardigheid kan gaan. Maar, elke toerist die bezienswaardigheden gaat bekijken, heeft een reisgids. Misschien zelfs wel dezelfde. Soms loont het juist om aan het eind van de middag pas te gaan, omdat er dan minder bussen vol toeristen aan komen rijden en je beter van de plek kan genieten.
10. Neem dollars mee
Dollars worden bijna overal geaccepteerd. Mocht je onverhoopt een keer ergens terecht komen waar je geen geld kunt opnemen dan kan je altijd nog terugvallen op de dollars die je meegenomen hebt. In sommige landen in Zuid-Amerika kan je dollars bovendien tegen een hele gunstige koers ruilen, omdat Zuid-Amerikanen zelf niet aan dollars kunnen komen.