Met het gezin naar Thailand op vakantie. Dit land is vaak de keuze die je maakt voor een verre reis in familieverband. Het is een makkelijk bereisbaar land, spotgoedkoop en er liggen geen grote gevaren (malaria, enge beesten, geniepige verkopers) op de loer. Maar wat maak je mee tijdens een rondreis met het gezin naar Thailand? Wij namen de proef op de som en boekten een individuele rondreis bij Riksja Travel.
Met het gezin naar Thailand op vakantie. Hoe gaat dat in de praktijk? Om in de stemming te komen, geven reisorganisaties op hun website vaak een beknopte beschrijving van het reisprogramma. Maar hoe het er werkelijk aan toegaat, blijft vaak ongewis. Wij besloten dat uit te vinden en reisden met z’n vieren (ouders, twee kids van 14 en 17) met reisorganisatie Riksja Travel 21 dagen door Thailand te reizen.
Aantal dagen: 19.
Locaties: 7.
Route: Bangkok – River Kwai – Kanchanaburi – Ayutthaya – Pakchong – Bangkok – Kho Pha Ngan – Koh Samui – Bangkok.
De voorbereiding
Is altijd heel leuk. Hoewel, niet iedereen houdt zich ermee bezig. Bij verschillende gezinnen die we tegenkwamen tijdens de reis, had één van de ouders alles voorbereid. De partner vond dat prima zo en had niets voorbereid. ‘Waar gaan we morgen naartoe? Khao Sok? Prima’, hoorde je dan. Misschien is dat wel zo handig, want dan is een van de ouders verantwoordelijk voor de reisplanning. Zo ontstaan er minder snel misverstanden en miscommunicatie.
Vliegtickets. Waar het ene gezin comfortabel met KLM rechtstreeks op Bangkok vliegt, zoeken andere gezinnen goedkopere wegen om aan vliegtickets te komen. Wij kochten voor 520 euro per persoon tickets bij Budget Air, een 17 uur durende route (terugreis 22 uur…) met twee tussenstops. Je ben een stuk langer onderweg, maar voor mensen met zwakke ruggen is het fijn om anderhalf uur je benen te kunnen strekken. Wij vlogen met KLM (dat weer wel…) naar Londen, daarna met Oman Air naar Muscat en daarna door naar Bangkok. Met vrij nieuwe Dreamliner vliegtuigen, dus eigenlijk best comfortabel. Je bespaart zo vaak driehonderd euro per ticket.
De reis boeken. Wij kozen bewust voor een individuele rondreis van Riksja Travel. Je hebt dan meer vrijheid dan een groepsrondreis. Weliswaar trek je soms 1 tot 2 dagen op tijdens een excursie met een ander gezin, maar dat is meestal leuk en gezellig. Na een paar dagen gaat iedereen weer zijns weegs (een andere route…) en ga je individueel verder.
Bagage. Je neemt vaak teveel mee. Zo had ik een fleecevest voor koudere nachten, maar als je niet in hoger gelegen berggebied komt, heb je die niet nodig. Er zijn geen koude nachten in Thailand tijdens de zomer. Het staat in alle boekjes, maar ik zeg het ook nog maar een keer: neem niet teveel warme spullen mee.
Het station in Bangkok, een aparte ervaring. We komen op half vier aan en moeten een paar uur wachten. Je kunt je bagage in de ‘left baggage’. Kwijt, zodat je even de omgeving kunt verkennen. Precies om zes uur is er muziek. Iedereen staat op, de agenten ter plekke geven aan dat ook de toeristen moeten opstaan. De muziek is ter ere van de koning, die prominent op een schilderij staat. De koning speelt een belangrijke rol in Thailand. Dat zul je aan den lijve ervaren…
Airco
De airo speelt een belangrijke rol tijdens je vakantie. Vaak, na een lange dag reizen, is het heerlijk om even bij te komen in je hotel of appartement met airco. Heel luxe eigenlijk, want dat heb je vaak niet in Nederland. Na een half uurtje kunt je er weer tegenaan en stap je weer in die warme deken met hoge luchtvochtigheid.
En zet je de airco ook ’s nachts aan? Dat hangt ervan af. Soms maakt een airco best veel geluid en kun je er moeilijk van in slaap raken. En slaat de airco steeds weer aan en uit op het moment dat de temperatuur te hoog wordt. Er waren ook kamers bij waar de airco minder geluid maakte en lieten we ‘m de hele nacht aanstaan. Op een stand van zo rond de 25 tot 26 graden. Dat sliep heel prettig. Zonder airco heb je geen geluid, maar is het warm. Het is een beetje experimenteren wat voor jou het beste werkt.
Het weer
In de zomer is het gemiddeld 25, maar nog vaker 30 tot 32 graden in Thailand. In de drie weken dat wij in Thailand waren, was het geen enkele dag koud. Sweaters en spijkerbroeken in de koffer bleven ongebruikt, die heb je eigenlijk niet nodig. Je hebt een lange broek alleen eigenlijk nodig om de benen af te schermen in tempels.
In juli was het in Bangkok vaak warm, maar wel bewolkt. Prima, want met zon zou het te warm worden.
Als ik naar de weersvoorspellingen keek, maakte ik me wel eens zorgen. Vaak zag je de symbolen van onweersbuien op de weers app, maar in de praktijk viel dat erg mee. Het weer voorspellen in Thailand is lastig, blijkt.
Op de eilanden Koh Samui en Koh Pha Ngan was het zonniger. Vooral in de ochtend had je vaan een paar uur zon en dan was het goed toeven op het strand, maar de zon is erg sterk en veel strandgangers schuilden ook onder de (palm)bomen. In de middag werd het vaak wat bewolkt, met soms een buitje. Echte hoosbuien waren zeldzaam.
Op elke hoek van de straat zie je tempeltjes, groot, klein, kitscherig, eenvoudig, meestal met veel versiering en bloemen!
95% van de bevolking is boeddhist en dat merk je…
Op onze fietstoer door Bangkok vertelde onze gids hier uitgebreid over, ik was direct gegrepen…
Ik heb het er nog niet zo uitgebreid over gehad, maar wat zijn dít een vriendelijke mensen. Thailand staat er bekend om, maar ik ondervind het aan den lijve.
In onze verblijven, onderweg als we langs de weg ergens eten, allemaal even behulpzaam en aardig, soms voel je je gewoon schuldig… maar het voelt oprecht! Inspirerend en aanstekelijk, hier kunnen wij Nederlanders nog wat van leren!
Accommodatie
Tijdens onze reis hebben we zeven keer verkast naar een andere lokatie. De eerste zeven dagen versleten we vijf hotels. Die afwisseling is leuk, maar vermoeiend. Nieuwe mensen, andere hotelkamers, zwembaden, ontbijt. In Bangkok zit je in een vrij clean, maar comfortabel hotel, dat is bevolkt met alleen maar westerlingen, vooral Nederlanders. Daarna vertrokken wij naar de River Kwal Jungle resort. Een mooi authentiek huisje op de rivier, zonder elektriciteit. Leuk voor een nacht, na het drukke Bangkok. De stromende rivier zorgt voor een goede nachtrust.
De sfeer van elke accommodatie verschilt nogal. Het Royal River Kwai Resort heeft iets sjieks, maar is niet echt authentiek. Veel personeel bij het avondeten, vrij duur eten, maar wel weer een prachtig zwembad waar je ook een drankje kunt bestellen.
Baifern Homestay in Ayutthaya heeft iets idyllisch, een weelderige tuin met veel knusse zitjes, een beetje kitscherige kamers en heel aardige mensen. Het ligt wel weer wat buiten de toeristische bezienswaardigheden.
Het Khaoyai Nature Life Resort heeft kamers met veel betonnen muren. Wij vonden dat heel mooi, maar smaken verschillen. In de recensies schrijven sommigen dat ze het er wat betonnerig uit vinden zien. De luxerior rooms zijn groot en fijn, met een goede airco.
{ m a r k e t }:
We reizen met de trein naar ons volgend verblijf. We worden warm ontvangen.
Na wat opfrissing direct door op excursie. We bezoeken een authentiek marktje met het prachtigste en heerlijkste fruit. Onze lieve gids laat ons van alles proeven.
Daarna naar de vleermuizen grot, ik ben geen fan, maar ok. Daarna gaan we naar een plek waar ze elke dag na zonsondergang uitvliegen. Met een hoop toeristen staan we te wachten. Er zouden miljoenen vleermuizen uitvliegen, ja ja het zal wel…
Maar, na een tijd wachten komen ze dan toch, eerst een paar, is dit het nou? Maar langzamerhand komen er meer en meer, het houdt niet meer op, echt bijzonder!
We keren terug naar ons verblijf en bereiden ons voor op de dag van morgen; de jungle in!
Er loopt een goed, betrokken team rond. De gids (moeder van een tweeling die ook meegaan met de tour) vertelt heel gepassioneerd over de dieren en planten tijdens de jungle tocht. ‘Niet te snel lopen, dan zie je niks’, zegt ze. ‘Kijk, daar zie je gibbons, familie van mij’, zegt ze in staccato Engels. Ze heeft een grote camera bij zich waarmee ze alles wat beweegt, fotografeert. ‘De BBC heeft ook wel eens foto’s van mij gekocht’, zegt ze trots.
De jungle tocht is leuk om te doen. Wel lang, want je bent een hele dag weg, stopt drie keer voor de gibbons en ziet twee verschillende watervallen. De grootste is wel erg indrukwekkend en produceert veel lawaai en water dat naar beneden stort.
Maar het is ook het begin van het regenseizoen, er is veel aanvoer van water. Wij worden ook verrast door een enorme hoosbui, dus de meegenomen poncho’s komen goed van pas. Als we terugkeren naar huis, wachten we nog even op de andere groep bij het visitors centre.
Dan is er een belletje naar de gids, ER IS EEN OLIFANT GESPOT. We springen in de auto en rijden met honderd kilometer per uur over de smalle straatjes in het park naar de olifant. Daar aangekomen, zijn er nog twintig auto’s met toeristen die de olifant volgen. Maar zeer indrukwekkend. De olifant loopt op de weg, het struikgewas in en weer terug op de weg. WAT EEN MOOIE OLIFANT! En de gidsen zijn ook opgewonden, want dit gebeurt lang niet elke dag dat ze olifanten zien.
{ j u n g l e d a y }:
We maken ons klaar voor de jungle toer in het National Parc, krijgen speciale oversokken aan, tegen de bloedzuigers!
We gaan onder leiding van een pittige gids op zoek naar ‘sexy animals’. Samen met nog een ander gezin, die toevallig ook uit Leiden komt. Reizen is voor hen een way of life, ze hebben al zoveel gezien van de wereld, niet op 2 handen te tellen. Steevast beginnen ze tegen hun kinderen (10 en 12) weet je nog toen…
We zien ene wilde dier na het andere; van een toekan, gibon’s én een krokodil! Het lijkt wel een hop on, hop off toer!
Halverwege bezoeken we een waterval, later nog een tweede, ik ben d’r wel klaar mee en besluit om niet mee te gaan (als enige). Ik voel m’n rug en blijf achter, ongeacht wat de rest ervan denkt! Wat voelt dit goed, om voor mezelf te kiezen en me niet aan te passen aan de groep.
Niemand die erom kraait, yeah!
Aan het einde van de toer, houdt de gids nog even een pauze. Het is me niet helemaal duidelijk waarom. Maar dan komt de aap uit de mouw; de gidsen hadden onderling ff telefonisch overleg. Er is een olifant gespot. We sjezen met een snelheid van 100 km per uur. Daar loopt ie dan, midden op de weg. De gidsen zijn hyper! Dit is een unicum!
Vanaf nu is het bij ons de gevleugelde uitspraak als iemand haast heeft of hard rijdt: “die moet een olifant spotten”!
Nachttrein
We hebben geen idee wat we kunnen verwachten met de nachttrein van Bankgkok naat Shangwat Surat Thawi. Nooit eerder zoiets meegemaakt, dus we laten ons verrassen. In Bangkok boarden we om half 8 ’s avonds op het treinstation van Bangkok. We zijn een paar uurtjes te vroeg, dus laten we onze bagage bij de Left Baggage, zodat we de handen vrij hebben. Dan gaan we naar de trein en zoeken ons plekje op, trein 85, wagon 12 en de plekken 37, 38, 39 en 40. Het staat ook allemaal op de treintickets die de reisorganisatie van tevoren al voor ons had gekocht.
De trein zit vol met Nederlanders, maar ook veel backpackers, die naar het Zuiden willen. Na een uur komt er een mannetje langs die alle slaapplekken in orde maakt. Hij klapt de banken open en verandert ze in slaapplekken. Lakens zijn inbegrepen. Je kunt ook eten in de trein bestellen, maar veel stelt dat niet voor.
Met mijn 1,83 meter lengte is het aan de krappe kant, maar ik ga een beetje schuin liggen, zodat ik me net kan uitstrekken. Het ligt nog redelijk comfortabel ook. Maar door het geluid van de trein is het een onrustige nacht met veel korte momenten dat ik wakker wordt.
We vertrekken naar het zuiden met de nachttrein.
We vragen ons af; hoe moeten we slapen in deze trein? we zien het nog niet helemaal voor ons…
Maar tegen een uur of 8 ‘s avonds komt er een mannetje langs, hij klapt in een razend tempo alle banken op en dekt onze bedjes. Alhoewel prima lig, slaap ik toch niet veel…
‘s morgens vroeg komen we aan in Surat Tani. We worden met een bus naar de ferry gebracht. Ik zit naast een Thaise dame die uit Bangkok komt. Ze heeft een huisje op Koh Samui, het eiland waar we later naar toe gaan. We hebben een leuk gesprek over het leven in Thailand. Ze heeft een eigen bedrijf en ik krijg haar kaartje. Normaal voel ik altijd wel een drempel om met iemand in het Engels te praten, want dat is niet m’n sterkste kant. Maar op de een of andere manier voelde ik geen rem bij haar…
Zij moet eruit, wij moeten naar een andere pier, ik kan haar geen gedag meer zeggen, maarrr… ik heb haar kaartje, dus dat komt goed 😉
Stranden
Na anderhalve week een relatief druk programma met diverse excursies kiezen de meeste gezinnen voor een rustige afsluiting, met luieren op de eilanden met prachtige stranden. Wij gingen met de nachttrein naar Koh Pha Ngan. Anderen gaan eerst naar Koh Tao of Ko Samui.
Na de drukte zochten wij de rust op van Koh Pha Ngan, een prachtig eiland met even zo mooie stranden. We zaten in het Noorden, bij Thong Nai Pan, een klein dorpje met een aantal resorts. Een daarvan is het Havana Beach Resort, een sfeervolle accommodatie met een prachtig zwembad. Het restaurant ligt aan zee. Dit is een van de mooiste stranden van het eiland, en je kunt bij de meeste resorts op het strand eten. Een goede keuze van de reisorganisatie, het personeel is erg vriendelijk en goed op elkaar ingespeeld.
Van Koh Pha Ngan naar Ko Samui
Na drie dagen gingen we van Koh Pha Ngan naar Koh Samui, de laatste etappe in onze reis. Via de receptie van ons resort kwamen we erachter dat er naast de gebruikelijke veerboot vanuit de havens nog een andere mogelijkheid was. Het staat in geen enkel reisgids, maar je kunt ook vanaf het strand van Thong Nai Pan een kleine boot nemen naar Ko Samui.
Deze boot vaart langs de Oostkust naar beneden en doet enkele strandjes aan, alvorens het de oversteek maakt naar het grotere Ko Samui. Er zijn geen steigers, je loopt de boot in de ondiepe zee tegemoet, met op je rug je bagage.
Het is een prachtige tocht langs de kust. Kabbelend water, een heerlijk zonnetje met prachtige uitzichten. Wat wil je nog meer! Het is met 350 bath pp goedkoper ook dan met de taxi en veerboot.
Maar nadat het zuidelijkste puntje van Ko Pha Ngan is gepasseerd, blijkt er aardig wat wind te staan en begint de boot flink te deinen. Een paar passagiers worden zeeziek en moeten overgeven. Ik kijk voor de zekerheid even waar de zwemvesten liggen. Die zijn er, hoewel heel oud en verbleekt door de zon. Gelukkig bereiken we na ruim twee uur schipbreukvrij de havenplaats Mae Nam op Ko Samui.
Reis plannen
Het plannen van de reis blijft natuurlijk natte vingerwerk. We hadden na het drukke excursie programma vier nachten Koh Pha Ngan gepland en vijf nachten Ko Samui. Achteraf had het beter andersom gekund. Liefst waren we een dagje langer in Koh Pha Ngan gebleven. Wij vonden Ko Samui iets te druk en hadden niet echt de behoefte om ons in het vertier te storten.
Dat is in overvloed aanwezig, zoals in plaatsen als Lamai Beach. Wel leuk om even door dit kustplaatsje heen te lopen, maar het is wel erg toeristisch allemaal.
De rondweg van Ko Samui is ook erg luidruchtig met de vele auto’s, opgevoerde motoren en beats van pickups die Thai gevechten aankondigen. Maar op dit eiland kun je wel beter shoppen dan andere eilanden, er is meer keuze. Als je echt goed wilt shoppen, moet je dat in Bangkok doen.
Na een paar dagen raak je gewend aan de drukte van Koh Samui. Waar we de eerste dag nog een taxi namen, gingen we op dag 3 met de songtaew, een pick-up truck met een dak en twee banken achterop, naar het vissersdorpje Hua Thanon. Hier zie je nog een stukje onbedorven eiland. We liepen op het strand van de vissers. Het stonk er, het strand was vervuild, het riool liep er op uit, maar je zag ook tientallen authentieke vissersboten, oud maar prachtig beschilderd. Kleine visjes waren doorgesneden en lagen te drogen op visnetten. In het dorp zelf was er een smal straatje met een superleuke markt. Heel authentiek nog.
“Hua Thanon stond in de top 10 van bezienswaardigheden op Koh Samui; een vissershaven met prachtige kleurijke vissersbootjes….
En dat was het ook, alleen totaal niet toeristisch (yeah), maar… zoals zo vaak in Thailand, had het plaatsje twee gezichten; als je naar de zee keek zag je schitterende authentieke vissersboten, echt plaatjes!
Maar als je je gezicht naar de andere kant draaide, zag je het harde vissersbestaan met huisjes die geen huisjes mogen heten: meer onderkomens op poten met aan-elkaar-geknutselde-platen. Ze leefden in groepen onder deze knutselwerkjes. Hun kleding hing aan de zijkant van het huis (zoals overal in Thailand) ik vroeg me af toen ik dit voor t eerst zag; is dit de was? of een winkeltje? Maar het is gewoon hun kledingkast!
Ik loop daar als enige rond, de meiden blijven op afstand. Zo dubbel, want ik zie zoveel inspiratie! Zijn ze gelukkig deze mensen? Het liefst zou ik ze interviewen, een documentaire maken, zoveel fascinatie voor andere culturen, andere werelden! Ze lijken te genieten van hun familie en hun vrijheid, ze hebben niet veel nodig.
Ik kom terug bij de meiden. Zij hebben de kindjes die daar speelden gadegeslagen. Ze waren verbaasd: “Mam, ze speelden met half levende muizen én er viel een jochie keihard op z’n knie en hij gaf geen kick”! Ja het is een hard bestaan voor de vissers én hun kinderen, maar wel één met veel plezier en vrijheid en dat is ook wat waard!”
Bangkok
Bangkok verraste ons, wat een boeiende stad! Loeidruk en heet natuurlijk, maar ook heel inspirerend en levendig. We kwamen toevallig terecht op de markt in de Indiase wijk, met 1001 kraampjes. Veel rotzooi natuurlijk, maar wel een kakofonie van kleuren, geuren en indrukken. Je hebt de tempels en paleizen en Kao San Road, de toeristenstraat met vele eettentjes. Naast een aantal vreselijke eettentjes zijn er ook nog een paar originele.
Wij zaten half op straat, aan het eind van de weg, bij een leuk authentiek (kenmerk: het ziet er niet uit) eettentje. Hier hebben we het allergoedkoopst van de hele reis gegeten (550 bath voor vier personen). Eenvoudig maar prima eten! Dat kan dus ook in Bangkok.
“We vliegen met een binnenlandse vlucht terug naar Bangkok. Dit keer zitten we in het moderne gedeelte. We hebben nog één dag te besteden.
Ik heb nog twee missie’s: een boeddha én garen vinden…
We gaan naar Chinatown. Ik duik af en toe een zijstraatje in, het echte leven, verborgen parels. Ik kijk m’n ogen uit, wat een plaatjes en wat een exotische ingrediënten: gedroogde krokodil, kruiden waar ik nog nooit van gehoord heb. Boeddha’s zijn hier wel, maar alleen antieke exemplaren en die mogen niet mee. Garen vind ik ook, alleen verkopen ze die alleen in partijen!
Aan het einde van de dag gaan we nog even een shopping mall in, voor de meiden om weer even te wennen aan de westerse sfeer! ;)”
De Chinese wijk in Bangkok. Weer heel anders als Chinatowns in andere grote steden. Veel kleine winkeltjes met etenswaar zie je ook veel bedrijfjes met specifieke producten, zoals auto-onderdelen. Veel winkeltjes ook met spulletjes voor toeristen. Door de vele smalle straatjes scheuren continu brommers die de winkels bevoorraden.
En natuurlijk overal streetfood te koop. Niet altijd heel goedkoop, zo betaalden wij voor vier kippespiesjes toch 60 bath, 1,27 euro. Maar bij een straattentje waar we even gingen zitten, kon je voor 40 bath een heel bord krijgen met eten. Het verschilt dus nogal.
Eten
Iedereen zegt dat het eten in Thailand zo geweldig is. Dat is ook zo… wel kom je op een gegevens moment terecht in een ritme van twee keer per dag warm eten. Vaak in een toeristisch restaurantje (met Engelse menukaarten met plaatjes van de gerechten) langs een lawaaierige weg.
Vooral op de eilanden kies je na een tijdje vaak dezelfde gerechten, die je eerder hebt gehad. Een aantal gerechten zijn vaak te pittig (de curry’s) en die kies je niet of misschien een keer. De kwaliteit verschilt wel eens, maar soms heb je echt fantastische lekkere gerechten, zoals de specialiteit die je zeker moet proeven, de Phad Thai met noedels.
Oh ja, in de super lekkere Tom Yum Goong soep zitten naast groenten ook stukjes gember, limoenblaadjes, etc. Een aantal westerlingen zitten daar flink op de kauwen, maar dat zijn puur smaakmakers en niet echt eetbaar. Dit filmpje wat ik op internet tegenkwam, geeft een goede indruk van streetfood in Bangkok.
Concluderend over met het gezin naar Thailand op vakantie: Hoewel toeristisch hier en daar, wat een geweldig land! De kleuren, geuren, de vriendelijke mensen, het lekkere eten… Alle cliché’s zijn waar en meer dan dat! Ons verlangen om weer meer te gaan reizen is gegroeid, we hebben weer mogen ervaren wat er gebeurt en ontstaat als je aan het reizen bent… Wat een waardevolle tijd samen met z’n vieren, we zijn een enorme ervaring rijker!
Wil je ook deze reis boeken? Kijk even bij individuele rondreis bij Riksja Travel.