Kabul is de hoofdstad sinds 1776. De stad werd zwaar beschadigd tijdens de verschillende oorlogen, met name de westelijke delen. Maar Kabul wordt vernieuwd en ontwikkeld.
Afghanistan betekent letterlijk ‘het land van de Afghanen’, maar er is geen eenvoudige manier om een gemiddelde Afghaan te beschrijven. Het land herbergt een fascinerende mengelmoes van tientallen etnische volkeren, elk met hun eigen talen, tradities en culturen. Deze groepen leven samen in een van de meest onherbergzame regio’s ter wereld, een plek die sinds de jaren zeventig geteisterd wordt door voortdurende conflicten. Deze strijd richt zich niet alleen tegen de buitenwereld, maar vooral ook intern, tussen de verschillende bevolkingsgroepen en machthebbers.
Een rijk met een complexe geschiedenis
Hoewel Afghanistan historisch gezien nooit een dominante rol in de wereldgeschiedenis heeft gespeeld, heeft het gebied toch zijn momenten van betekenis gekend. In de oudheid werd het noorden gedomineerd door het Bactrische Rijk, terwijl het zuiden bekendstond als Ariana. Interessant genoeg verwijst de naam ‘Ariana’ naar het woord arya, dat in verschillende Indo-Europese talen ‘edel’ betekent en de basis vormde voor de controversiële term ‘Arische rassen’.
Alexander de Grote passeerde Afghanistan tijdens zijn veroveringstocht naar India, waarbij de noordwestelijke stad Herat een cruciale schakel werd op de Zijderoute. Later werd het land bezocht door plunderaars zoals Timoer de Lamme en Djenghis Khan. Toch bleef Afghanistan vooral een lappendeken van stammen, elk met hun eigen machtsbasis. Pas in 1747 begon er enige eenheid te ontstaan toen Ahmed Shad Doerrani een groot deel van het huidige Afghanistan samenvoegde.
Het machtsspel van de 19e eeuw
In de 19e eeuw raakte Afghanistan verwikkeld in geopolitieke rivaliteiten. Het Britse Rijk, bang voor een Russische invasie via de Hindu Kush en de Himalaya, voerde drie Anglo-Afghaanse oorlogen. Uiteindelijk gaven de Britten hun pogingen om het land te onderwerpen op en kwamen ze met Rusland overeen om Afghanistan als bufferstaat te handhaven. Dit akkoord, bekend als The Great Game, leidde tot het Verdrag van St. Petersburg. Hierbij werd Afghanistan’s onafhankelijkheid bevestigd, terwijl de Wakhan-corridor – een smalle landstrook tussen Tadzjikistan en Pakistan – werd toegevoegd aan het Afghaanse grondgebied.
Van onafhankelijkheid naar chaos
Afghanistan verklaarde zich in 1919 onafhankelijk en werd kort daarna een koninkrijk. Dit veranderde in de jaren zeventig met een staatsgreep, waarna in 1979 de Sovjet-Unie binnenviel en het land in een bloedige oorlog stortte. Eind jaren tachtig trokken de Russen zich terug, maar daarmee brak een nieuw hoofdstuk van interne conflicten aan, waarin verschillende groepen elkaar bevochten om de macht.
De laatste twee decennia: instabiliteit en nieuwe grenzen
In de afgelopen twintig jaar heeft Afghanistan opnieuw internationale aandacht getrokken, vooral na de inval van de Verenigde Staten en hun bondgenoten in 2001, naar aanleiding van de aanslagen van 11 september.
Het Taliban-regime werd verdreven, maar de daaropvolgende decennia waren een mix van wederopbouw, militaire interventies en aanhoudend geweld. In 2021 kwam de Taliban opnieuw aan de macht, waarmee het land zich wederom in een fase van politieke instabiliteit bevond.
Voor reizigers is Afghanistan tegenwoordig vrijwel onbereikbaar. Het veiligheidsrisico is hoog, en de interne politieke situatie blijft onzeker. Hoewel het land een rijke geschiedenis en spectaculaire landschappen biedt, zoals de bergen van de Hindu Kush en de oude stad Herat, zijn de meeste regio’s ontoegankelijk.
Slechts een handvol avonturiers en hulporganisaties waagt zich in het land, waarbij zorgvuldige voorbereiding en strikte veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn.