Een typisch Afrikaanse woning. In Benin leven zo’n veertig etnische groepen. waarvan de helft uit de Fon bestaat, de grootste bevolkingsgroep.
Benin, bakermat van de voodoo. En het geboorteland van zangeres Angelique Kidjo. Benin, land waar nog haast niemand heen gaat en waar je prima kunt fietsen. En het land waar op het menu van de inwoners regelmatig plaatselijke specialiteiten staan als krokodillen, antilopen en apen. Een tocht door dit onbekende land.
Voor Afrikaanse begrippen is Benin een klein landje, maar het West-Afrikaanse land is altijd nog drie keer groter dan Nederland. Het toerisme in Benin is kleinschalig. Je kunt ongestoord van de kust en de regenwouden in het zuiden naar de bergachtige savanne in het noorden reizen.
Voodoo cultus
Benin heette vroeger Dahomey en ligt in het westen van Afrika. Het heeft circa zes miljoen inwoners en er wordt behalve een groot aantal Kwa- en Gurtalen ook Frans gesproken. Het land is van origine bekend van Ouidah, het eindpunt van de slavenroute en voor de ongelukkige slaven meteen hun laatste verblijf op het Afrikaanse vasteland.
Ouidah is ook de wieg van de Voodoo-cultus. Op de markt vind je rituele attributen hiervoor. Onder leiding van een Vodugon (fetisjpriester) kun je het orakel Fa raadplegen en worden ingewijd in de geheimen van het animisme. En misschien maak je tijdens een ceremonie de ‘egungun’ mee; de verschijning van een geest die tijdens dergelijke gelegenheden terug naar de aarde komt.
Nokoué Meer
Over het Nokoué-meer kun je naar het merkwaardige paaldorp Ganvié varen. In dit dorp staan de woningen op houten palen en verplaats je je met een prauw. Alle activiteiten, zelfs de markt en misviering, vinden plaats op het water. In het dorp Abomey kun je het gerestaureerde koninklijke paleis bezoeken.
Dit gebouw geeft een overweldigend beeld van de macht van deze dynastie. De muren van de paleizen, de graftombes, de bas-reliëfs, de koninklijke tronen en de asis (voorouderaltaren) vertellen een glorierijk verleden, vol liefdes en intriges.
Stranden bij Cotonou
Aan de stranden van Benin kun je zwemmen en watersporten beoefenen, zoals duiken, snorkelen en surfen. De stranden zijn over het algemeen goed en schoon. Cotonou, de stad waar de president woont, ligt ten oosten van de hoofdstad. Hier bevinden zich de schoonste stranden van Benin. In het weekend zijn ze zeer druk bezocht.
De stad is heel goed te voet te bezichtigen, maar je kunt ook kiezen voor een ‘zemidjan’ (brommer). Ook heeft Cotonou een grote markt waar je werkelijk alles vindt, van eten tot aan radio’s. Als je de trein vanuit Cotonou neemt en in noordelijke richting rijdt bereik je ‘het land van de 41 heuvels’ rond Dassa en Glazoué.
In deze dorpen kun je meerdere dagen blijven en een paar wandelingen maken in de omliggende heuvels. Je zult dan kennismaken met het werk van de ambachtslui en de landbouwers.
Porto Novo
Als je na je omzwervingen weer in Porto Novo bent, kun je de schilderachtige souk bezoeken en op zoek gaan naar een traditioneel theehuis voor een waterpijpje en een lokaal gerecht. De nauwe straat heet Hamamstraat. Een wandeling over de marktstraat (waar fruit, specerijen en tientallen andere producten worden verkocht) is als een reis terug in de tijd.
De gebouwen zijn van gele steen. In de eetzaken in het centrum kun je harira bestellen, een dikke soep waar je een hard gekookt ei bij kunt eten. Je kunt hier alledaagse Arabische gerechten eten zoals hoummous (puree van kikkererwten), tahina (puree van sesamzaadjes, knoflook en citroensap) en moudames (bruine bonen met knoflook, citroensap en olijfolie). De bevolking eet veelal rijst met een saus. Maar ook krokodillen, antilopen en apen staan op het menu.
Pottenbakkers
Porto Novo is de hoofdstad van Benin, opgericht in de zestiende eeuw. Het is van origine een Portugese nederzetting. Meest in het oog springende evenement is de grote markt d’Adjara, die om de vier dagen wordt gehouden. Hier vind je onder meer drums en andere instrumenten, pottenbakkers, fietsen en handgemaakte manden.
Feiten en achtergronden in: Wikipedia Benin