De mijnstad Potosi ligt op ruim 4000 meter, dus je moet rustig aan doen vanwege de hoogte. Hier ligt de zilverberg Cerro Rico, waar veel reizigers op afkomen. Het is een sfeervol, niet te toeristisch stadje waar je heerlijk kunt rondslenteren en je kunt natuurlijk de mijn bezoeken.
Bolivia is het hoogste, het meest geïsoleerde, het armste en het meest indiaanse land van Zuid-Amerika. Bolivia wordt ook wel het “Tibet van Zuid-Amerika” genoemd, vanwege de hoge ligging. Het land is door de geïsoleerde ligging eeuwenlang afgesneden geweest van de bewoonde wereld en heeft daardoor zijn eigen cultuur weten te behouden.
Het land werd in het verleden geplaagd door dictaturen, hoge schuldenlasten, een gebrekkige economie en grote armoede. De laatste decennia is daar enigszins verandering in gekomen, mede door de democratische regeringen van de laatste tijd. Het toerisme en de voorzieningen zijn daardoor flink toegenomen. Jaarlijks bezoeken zo’n 300.000 buitenlandse toeristen Bolivia.
Toch is het nog steeds één van de armste landen van de wereld. Bolivianen houden geld graag in hun hand, waardoor veel geldbiljetten vaak bijna onleesbare vodjes worden.
La Paz
Bolivia maakt meestal deel uit van de grote rondreizen in Zuid-Amerika. De reisorganisaties beginnen hun tocht vaak in La Paz, vanwaar men uitstapjes naar andere steden organiseert, waarbij de nadruk ligt op het historische en culturele verleden van het land, waaronder de bekende Inca-volkeren.
Hoeden nemen een belangrijke rol in in het dagelijks leven van een Boliviaan. De bevolking draagt vaak een muts of hoed ter bescherming van ogen en hoofd tegen de zon of koude. Bolivia behoort namelijk tot de hoogst gelegen landen ter wereld. Het hoofd is volgens de Boliviaan het heilige deel van het lichaam en de hoed is daarmee dan ook nauw verbonden.
Titicaca-meer
Aan de hoed kun je zien of iemand gehuwd of ongehuwd is en uit welke streek iemand komt. De mannen dragen soms een muts onder de hoed, een chullo. De traditionele bolhoed, de zogenaamde ‘bombín’, wordt vaak gedragen door vrouwen van de Aymará-indianen, die in La Paz en rond het Titicaca-meer wonen.
Er wonen ruim 6,5 miljoen mensen in Bolivia, waarvan 60 procent van Indiaanse afkomst is. De Aymaras en de Quechuas zijn de twee grootste Indianenstammen. Daarnaast zijn er nog veel kleinere stammen, zoals de Matacos, Guarayos, Chipayas en Ayoréodos. Van Zuid-Amerika wonen de meeste Indiaanse afstammelingen in Bolivia. Ze leven nog volgens de oude tradities en gebruiken en wijzen veranderingen af.
Hoedenfabriek Sucre
De Mestiezen, een gemengd volk van Indianen en blanken, maken dertig procent uit van de bevolking en worden cholos genoemd. Deze bevolkingsgroep bestond in de tijd van de koloniale overheersing, uit de huwelijken tussen de criollo (blanke) en een Indiaanse. De blanke bevolking bestaat uit negen procent van de totale bevolking en dat zijn de nakomelingen van de Europese kolonisten.
De bevolking is overwegend rooms-katholiek, zo’n 95 procent belijdt deze godsdienst. Slechts één procent is protestants, terwijl de Indiaanse bevolking ook hun eigen traditionele geloof belijden. Er staat een speciale hoedenfabriek, genaamd Charcas Glorieta, vlakbij Sucre, waar jaarlijks 50.000 hoeden en mutsen worden gefabriceerd. Maar zelfs dat is niet genoeg, zodat de regering onlangs een tweede fabriek uit Italië heeft aangekocht om aan de vraag van hoeden te kunnen voorzien.
Anaconda
Andere vogelsoorten zijn de zeldzame James-flamingo, kolibri- en papagaaisoorten, de nandoe en de Andesganzen. In het tropisch regenwoud leven vele diersoorten, waaronder panters, tapirs, apen, krokodillen, zoetwaterdolfijnen en de wurgslang de anaconda Het tropische laagland is weelderig begroeid met bossen met palmen, mossen en orchideeën. Op de hoogvlakten daarentegen is het koud en is schaarse plantengroei, vooral met struiken, cactussen en vetplanten, die extreme kou en hitte kunnen overleven. Op 4000 meter hoogte groeit de yareta, een bolvormige plant die honderden jaren oud kan worden.
Grán Chaco
Bolivia is 26 maal zo groot als Nederland en heeft een oppervlakte van 1.098.581 vierkante kilometer. Het grenst aan Chili, Peru, Argentinië, Paraguay en Brazilië. Het land is grofweg in vier regio’s te verdelen: De Altiplano aan de westelijke bergketen Cordillera Real, het Amazonegebied en de laagvlaktes (Llanos Orientales) in het noorden en oosten en het Grán Chaco-gebied in het zuidoosten.
De Altiplano is een hoogvlakte met een gemiddelde hoogte van 3500 tot 4000 meter. Het is het dichtstbevolkte gebied van Bolivia, waar ook de stad La Paz ligt, die overigens in een lager deel van de Altiplano is gelegen. De Altiplano maakt deel uit van Cordillera Real, een bergketen met toppen van rond de 6500 meter hoogte. In het noorden van het land ligt het voor toeristen aantrekkelijke Titicaca-meer, gelegen op 3810 meter, en daarmee is het het hoogst gelegen meer van deze omvang.
In het zuiden liggen de Salar de Uyuni en de Salar de Coipasa, de salpeterwoestijnen en de zoutmoerassen. Het Amazone-gebied beslaat meer dan zestig procent van Bolivia en is een dunbevolkte streek met tropisch regenwoud en moerassen. De Grán Chaco ligt in het zuidoosten en bestaat uit droge savannes in een vrijwel onbewoond gebied. In de droge tijd wordt de bodem vaak bedekt met rode aarde, ´s winters verandert de vlakte in een modderpoel.
Er komen nog zeldzame dieren in voor, zoals de jaguar. Door de ligging van het Andesgebergte zijn er grote verschillen in het klimaat. In het oosten heerst een tropisch klimaat, terwijl in het westelijk deel veel kouder is, ook omdat het hoger gelegen is. Op de Altiplano kunnen er grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht optreden. De zomer is van december tot en met april.