Er zijn meer dan vijfhonderd plantensoorten op Bonaire, waarbij de cactussen het meest voorkomen. Ze groeien op allerlei bodems, van vulkanische grond tot op de kalksteenterrassen.
Bonaire is één van de Nederlandse Antillen waar toerisme en natuur elkaar nog niet in de weg zitten. Het staat bekend om de prachtige duik- en snorkellocaties, de flamingo’s van het Goto Meer en de vele zoutmeren, met een aparte roze-purperen kleur. Jaarlijks bezoeken duizenden Nederlanders het eiland. Niet voor niets is het een populaire tussenstop voor onze nationale luchtvaartmaatschappij, op weg naar bestemmingen in Latijns-Amerika.
Bonaire is 38 kilometer lang en zes tot twaalf kilometer breed. Het ligt ten noorden van Venezuela, op vijftig kilometer ten oosten van Curaçao en op honderd veertig kilometer ten oosten van Aruba. Door de ligging heeft het eiland een zeer afwisselend dieren- en plantenrijk. Zo is de Lora bijna uitgestorven in de wereld, maar op Bonaire komt deze vogelsoort nog veel voor.
De Caribische Golfstroom is hier mede voor verantwoordelijk, die zaden vanuit Suriname, Guyana en andere Zuid-Amerikaanse landen aanvoert.
Bonaire National Marine Park
Op Bonaire is het ecotoerisme diepgeworteld, want in 1979 werd het eerste beschermde gebied ingericht: Bonaire National Marine Park. Inmiddels is liefst 65 procent van het eiland beschermd gebied. Bonaire probeert de balans te vinden tussen economie en ecologie en profileert zich ook als een eiland dat kiest voor ecotoerisme. Meer info bij het officiële bureau voor toerisme: Tourism Bonaire
Inwoners en toeristen moeten zich aan strenge milieubeschermingsregels houden. Gidsen en duikscholen, maar ook de parkrangers van de nationale parken, onderwijzen de toeristen in het juist omgaan met de natuur.
Kralendijk
Kralendijk is de hoofdstad van Bonaire en ligt aan de kust. Kleurrijke gebouwen kenmerken dit rustiek stadje, die meestal maar twee verdiepingen hoog zijn. Er wonen iets minder dan tweeduizend mensen in dit stadje, dat slechts enkele winkelstraten heeft, zoals de J.A. Abraham Boulevard en de Kaya Grandi.
In het museum tref je folklore, archeologische vondsten en een schelpencollectie over het eiland aan. Het is jammer te constateren dat de kuststreek ten zuiden van Kralendijk in snel tempo wordt uitgebouwd tot een toeristencentrum met nieuwe appartementen en hotels. Voor de kust ligt het eiland Klein Bonaire, een klein (de naam zegt het al…), rotsachtig en onbewoond eiland op een kilometer van Kralendijk. Vaak wordt het bezocht door snorkelaars en duikers. Er zijn ook enkele zandstranden.
Rincon
Ten noorden van het stadje vind je prachtige snorkelplaatsen langs de rotskust. Ga je naar het Washington Slagbaai National Park, dan kom je langs Rincon. Het is één van de oudste dorpen van Bonaire, waar de slavenfamilies ooit leefden. In de buurt van Rincon kun je de Boca Onima grotten bezoeken, met Indiaanse Arawak-inscripties.
Fort Oranje
Ook in andere grotten op het eiland vind je deze tekens, die tot nu toe nog niet zijn ontcijferd. Fort Oranje ligt aan de zuidkant van Kralendijk, vlakbij de kust. Dit fort werd in de zeventiende eeuw door de Nederlanders gebouwd. De regering gebruikte Fort Oranje voor de verdediging van het eiland, maar de vier grote kanonnen ten spijt, nooit hoefde het fort de inwoners van Bonaire te beschermen tegen invloeden van buitenaf. De oude houten toren uit 1868 werd in 1932 vervangen door een stenen replica, die nog steeds in het fort te bezichtigen is. Tegenwoordig is havenkantoor er gevestigd.
Boca Cai
In het midden van het eiland ligt Lac Bay, een baai van zeven voetbalvelden groot waar je veel windsurfers aantreft. Bij deze baai kun je ook een kayak huren om de mangrovebossen te bekijken. Boca Cai bestaat uit prachtig helder water dat geschikt is voor onderwaterduiken, waar ontelbare kroonslakken en honderden vissoorten huizen.
Het zuiden van het eiland is vlak en schraal, waar aan zoutwinning wordt gedaan. Op de zuidelijke punt van het eiland ligt de Willemstoren, de vuurtoren van Bonaire die in 1837 werd gebouwd.
Washington Slagbaai National Park
Hoog in het noorden van het eiland ligt het Washington Slagbaai National Park, met een oppervlak van 55 vierkante kilometer, uniek in zijn soort in het Caribisch gebied. Hier tref je een verscheidenheid aan dieren, planten (cactussen van zes meter hoog) en vogels aan, zoals flamingo’s bij het Goto Meer.
In de waterbron Bronswinkel komen vele honderden vogels drinken, zoals blauwe duiven, papegaaien en parkieten. Het natuurgebied – in 1969 geopend als eerste nationaal park in de Nederlandse Antillen – beslaat een vijfde van het eiland. Bij de toegang kun je een gids kopen met uitgebreide informatie over het park.
Er zijn weinig wegen, en meestal onverhard. Voor de wandelaars zijn er twee routes uitgezet: eentje van 24 en van 35 kilometer. De meeste wandelaars nemen de kortere route, vanwege een tussenstop bij Playa Funchi of Boca Slagbaai, waar je kunt duiken en snorkelen.