We winden er geen doekjes om; de Centraal Afrikaanse Republiek is één van de gevaarlijkste landen ter wereld. Grote delen van het land zijn onveilig en alleen in de hoofdstad Bangui kun je expats en reizigers vinden. Andere toeristische trekpleister, voor zover mogelijk, is het Dzanga-Sangha Nationaal Park, met olifanten en gorilla’s.
Het is goed om voor dat je naar de Centraal Afrikaanse Republiek reist, even de ambassade raadpleegt. Want het land wordt beschreven als een mislukte staat in permanente crisis, met muiterijen en opstanden. Niet vreemd, want het behoort tot de armste landen ter wereld.
Frans kolonialisme
De Fransen vestigden zich in 1889 bij een nederzetting op de plaats van de huidige hoofdstad Bangui. In de jaren erna kwamen er Franse bedrijven om de gebieden te exploiteren. Ze dreven handel met de inheemse bevolking door Europese goederen te verkopen en namen de inheemse goederen mee naar Europa.
De bevolking, waaronder de Aka Pygmeeën, werd wreed behandeld en gedwongen als slaaf voor de bedrijven te werken. Op 13 augustus 1960 werd de republiek onafhankelijk van Frankrijk, waarna een machtsstrijd uitbrak. Daarna volgden diverse staatsgrepen met dictators, met kolonel Jean-Bédel Bokassa als bekendste machthebber.
Bokassa werd in 1972 president voor het leven en vijf jaar later benoemde hij zichzelf tot keizer van het Centraal-Afrikaans Keizerrijk. Maar zoals zo vaak moest Bokasse op een gegeven moment aftreden. En zo ging het nog even verder. In 2002 pleegde François Bozizé een coup, die de vorige machthebber Kolingba afzette. Bozizé werd in 2005 gekozen tot president.
Lord’s Resistance Army
In 2008 werd er een stap gezet naar beëindiging van de conflicten, toen de vredesbesprekingen leidden tot een overeenkomst van twee van de belangrijkste rebellengroepen. Het eindigde met de vorming van een regering van nationale eenheid, waarin twee rebellenleiders in het begin van 2009 plaatsnamen.
Er is echter nog een andere dreiging: de Lord’s Resistance Army (LRA). Dat zijn rebellen van het naburige Oeganda, waarvan de opstandelingen zich verspreidden naar de Centraal Afrikaanse Republiek. In 2009 dwong de LRA inwoners van verschillende steden en dorpen om te vluchten.
Nationaal park Manovo-Gounda St. Floris
Ondanks dit alles is het een prachtig land. Het heeft maagdelijke regenwouden en in de natuurgebieden leven grote groepen met laagland gorilla’s. Het Dzanga-Sangha Nationaal Park is een van de bekendste parken. Hier leven gorilla’s en olifanten, maar ook de Aka pygmeeën. In de buurt ligt het dorp Bayanga en de rivier de Sangha.
Zomers komen hier kleine groepen het park bezoeken. Maar dan moet je – als je over de weg komt aanrijden – wel onderhandelen met talloze controleposten langs de weg. De meeste bezoekers arriveren dan ook in gecharterde vliegtuigen. Een ander natuurpark is het Nationaal park Manovo-Gounda St. Floris aan de grens met Tsjaad. Meer achtergronden lees je in Lonely Planet Central African Republic
Het park heeft een tropisch klimaat, maar er valt jaarlijks toch voldoende regen, vooral in de maanden juni tot november. In 1988 werd het door UNESCO opgenomen op de lijst van werelderfgoed vanwege de grote diversiteit aan flora en fauna, waaronder de neushoorn, krokodil, buffels, luipaarden en gazellen. Daarnaast zijn honderden vogelsoorten, waaronder de pelikaan. Wel wordt het park bedreigd door illegale jacht.
Bangui
Bangui is de hoofdstad van de Centraal Afrikaanse Republiek en ligt naast de Oubangui, de belangrijkste rivier in het land. Bangui werd door de Fransen opgericht in 1880 en is vernoemd naar de nabijgelegen stroomversnelling. Met schaduwrijke boulevards en een centrale markt heeft de stad Franse invloeden.