Luang Prabang staat bekend om zijn vele boeddhistische tempels en kloosters. Elke ochtend verzamelen zich honderden monniken van de kloosters door de straten om een aalmoes te vragen.
Om Laos mysterieus te noemen is bepaald niet overdreven. Weinig is bekend over dit land dat pas eind jaren tachtig z’n deuren voorzichtig openstelde voor toeristen. Slechts vijf miljoen mensen bevolken het land dat zeven maal groter is dan Nederland. Daarvan leeft het grootste deel in de grote steden. Er wordt wel gezegd dat de bevolking de rijst kan horen groeien, zo rustig is het op het platteland.
Laos grenst aan Thailand, Myanmar, China, Cambodja en Vietnam en is het enige Zuidoost Aziatische land dat geen kustlijn heeft. Het strekt zich uit over een lengte van duizend kilometer van noord naar zuid, terwijl de breedte varieert van honderdvijftig tot vijfhonderd kilometer. Het is één van de armste landen ter wereld, bijna eenderde van de bevolking haalt de veertig niet. De bevolking leeft dan ook merendeels onder het bestaansminimum en één op de vijf Loatianen gaat met honger naar bed.
Communistisch
De beroepsbevolking bestaat voornamelijk uit boeren die leven van de opbrengsten uit de oogst. De regering wil niet, zoals buurland Thailand, massaal toeristen trekken. De infrastructuur is daarvoor nog lang niet voldoende en dat realiseert de overheid zich. Er wordt voorzichtig gewerkt aan uitbreiding van voorzieningen, zoals hotels, betere wegen en dienstverlening.
Koningsstad Luang Phabang
De beste reistijd naar Laos is in de winter, van november tot en met maart. Dat is de droge periode, met temperaturen tussen de 10 en 20 graden. Van maart tot en met mei schommelen de temperaturen rond de 35 graden Celsius. Het regenseizoen is van mei tot en met september. Probeer zeker rond 13 april in Laos te zijn, dan begint namelijk het nieuwe jaar. Meer info op het officiële bureau voor Toerisme: Tourism Laos
Het is dan 4 dagen feest. Vooral de oude koningsstad Luang Phabang met z’n vele tempels, is het middelpunt. Langs de oever van de Mekong worden zandkastelen gebouwd en als zuiveringsritueel smeren mensen zich in met bloem, houtskool en lippenstift. Verder zijn er optochten en in grotten staan duizenden Boeddhabeelden.