Martinique

De tuin van Balata. Deze botanische Tuinen in Martinique is een van de mooiste particuliere tuinen in het Caribisch gebied. Met honderden soorten planten en bomen, die je nergens anders ziet.

De tuin van Balata. Deze botanische Tuinen in Martinique is een van de mooiste particuliere tuinen in het Caribisch gebied. Met honderden soorten planten en bomen, die je nergens anders ziet.

Madininia. Bloemeneiland. La Martinique heeft haar troetelnaampje niet gestolen. Kleuren en ook geuren zijn overweldigend. Dit eiland bereis je in de eerste plaats met de neus. Heb je een koudje, annuleer je reis dan maar. En kom later terug. Martinique is qua omvang zowat de helft van een Nederlandse provincie. Maar is zo gevarieerd dat een weekje te weinig is om alles te zien. Tenzij je het houdt bij een strandvakantie natuurlijk. Want dat kan ook. Maar er is zoveel meer.

Martinique is net als Guadeloupe ex-kolonie en Frans bezit: een zogenaamde TOM of Territoire d’Outre-Mer (Overzees Gebied). En dat laat zich jammer genoeg nog ruimschoots voelen. De zwarte knecht besproeit het golfterrein. De rijke blanke Parijzenaar in shorts slaat ondertussen heel relaxed een balletje. Onze hotelbazin is blank – de keuken staat vol zwarten. Een zwarte zal, jarenlange onderdanigheid kostsbeu, een blanke zelden het eerst groeten, maar des te vriendelijker zijn als die de eerste stap zet.

Saint-Pierre

Deze tweedeling mag misschien wat al te eenvoudig lijken, of je denkt dat ik het doe om een leuk titeltje te hebben. Maar wie Martinique bereist zal zien: ze is bruikbaar en uiterst herkenbaar. In het noorden vind je slaperige vissersdorpjes zoals Le Precheur of Case-Pilote. Summum is hier ongetwijfeld Grande-Rivière.

Het dorp is eindpunt van de kustweg komende van Marigot, en ligt ingesloten door de zee, een dik pak regenwoud en de actieve vulkaan de Mont Pelée. De laatste uitbarsting van de Pelée dateert van begin vorige eeuw. De toenmalige hoofdstad Saint-Pierre werd volledig in de as gelegd. Alle inwoners kwamen om, behalve eentje: een terdoodveroordeelde die diep in de kerkers van de stad gevangen zat. De man kreeg gratie en trok de rest van zijn leven rond de wereld als kermisattractie.

Le Rocher

Ook het zuiden van Martinique heeft z’n eigen stukje bizarre geschiedenis: le Rocher du Diamant. Boudewijn Büch bracht het al meermaals ten tonele. Op zijn charmant en aandoenlijk obsessionele eilandenjacht. Dit rotsje net voor de zuidkust werd door de Engelse bezetter voorzien van soldaten en kanonnen om de vijandige schepen op afstand te houden.

Le Rocher, en Martinique met hem, bleken oninneembaar. Tot de Fransen bij wijze van list enkele vaten rum langs de rots liet dobberen. Die verleiding bleek te groot. De rotsbewoners, sinds lang verstoken van plezier, bezatten zich. De vijand had maar af te wachten, de drinkebroers de boeien in te slaan en … le Rocher was ingenomen.

Sante-Anne

Het zuiden moet het vandaag vooral hebben van zon, zee en strand. Zó uit vakantiefolders geknipt. En daarbij horend natuurlijk: peperdure hotels. De Club Med van Sainte-Anne staat bekend als één van de 3 meest exclusieve ter wereld. Elk ukje van zeven snort er wel rond op z’n eigen jet-ski…

Voor authenticiteit en ongereptheid moet je dus eigenlijk naar het noorden, al is het uiterste zuiden ook lang niet mis. Hier vind je mangrove, een heus versteend woud (jammer genoeg wel verminkt door souvenirjagers), en een ongemeen spectaculaire oostkust, waar de Atlantiek onophoudelijk krachten meet met het land.

Wapen je met voldoende water, een hoed, en veel zonnecrème, en dit wordt gegarandeerd één van je mooiste uitjes op Martinique. De noordelijke tegenhanger van dit stukje zuidse ruigheid is la Caravelle, een romantisch schiereiland compleet met ruïnes en al.

Hoofdstad Fort-de-France

Fort-de-France is geen verplichte stop voor wie enkel het zuiden bezoekt. De luchthaven ligt immers al een eindje onder de hoofdstad, nabij de voorstad Lamentin. Veel (strand)toeristen krijgen de hoofdstad dan ook niet eens te zien. Dat is geen ramp, want je mist niet echt veel. Maar ben je er toch, dan heeft Fort-de-France toch alles om het je naar de zin te maken: koloniale architectuur, botanische stadstuinen, kleurrijke lokale markten en, persoonlijk favoriet: de charmante Baie des Flamands, de baai waar je met een tikkeltje geluk vliegende vissen zien kunt.

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt. Lees meer