Het eiland Sveti Stefan, dat verbonden is met het vasteland door een dam. Het ligt ongeveer 5 km van de stad Budva en is een toeristisch centrum. Door de aanwezigheid van enkele casino’s wordt het wel het Adriatische Monaco genoemd.
In de ruwe rotsen, hoog boven de zuidelijke Adriatico, ligt Montenegro dat lange tijd aan de aandacht van de reiziger heeft weten te ontsnappen. Maar sinds de herwonnen onafhankelijkheid in 2006 heeft het ruwe bergvolk de poorten weer open gezet voor avonturiers. Welkom in Montenegro, ervaar de wild beauty.
De onafhankelijkheid van Montenegro, die na een dubieus referendum in het voorjaar van 2006 werd uitgeroepen, komt niet zomaar uit de lucht vallen. De Montenegrijnen kennen een lange traditie van strijd en krachtenbundeling. De bloederige geschiedenis van de streek heeft het volk gesmeed. Meer dan vijf eeuwen verkeerde de Zuidwestelijke Balkan in de greep van Ottomaanse invasies.
Montenegrijnen
Slavische volken sloegen op de vlucht, bekeerden zich tot de Islam of verzetten zich met hand en tand tegen de indringers. De Montenegrijnen kozen voor dat laatste. Dat lag nu eenmaal in de volksaard. De verschillende clans, die door de eeuwen heen vooral met elkaar overhoop lagen, verwikkeld in slepende bloedvetes en ruzies over land en schapen, zagen langzaam in dat samenwerking essentieel was, wilden zij de Turkse invasies weerstaan.
Ottomanen
De eerste erkende Leider der Clans was de 15e-eeuwse krijger Ivan Crnojevic. Als adel geboren in Zabljak Crnojevica, aan de boorden van het pittoreske meer van Skadar, moest hij tijdens zijn jonge jaren al, deze fortificatie afstaan aan de Ottomanen. Hij trok zich terug in de heuvels en vestigde aan de voet van de berg Lovcen, de stad Cetinje.
Hier floreerde al snel een echte stad met een groot klooster, scholen, kerken, handel en zelfs de eerste drukpers van de Balkan, Obod (1492). In de Crnojevic-dynastie, later opgevolgd door de Petrovic-dynastie, waren de geestelijke, politieke en culturele macht geconcentreerd. De laatste Petrovic was de fameuze koning Nikola. Zijn paleis, tegenover het standbeeld van Ivan Crnojevic in Cetinje, verliet hij nadat Montenegro na het aflopen van de eerste wereldoorlog (1918) haar onafhankelijkheid verloor.
Cetinje
De internationale erkenning als staat was nog maar jong (sinds het Berlijnse congres van 1878). Des te meer betreurde koning Nikola het opgaan van zijn volk in het koninkrijk der Slovenen, Kroaten en Serviërs, later de Socialistische republiek Joegoslavië. Samen met zijn vrouw Milena leefde de koning verder als balling in Italië en later in Parijs. In de jaren negentig werden zijn stoffelijke resten met veel bombarie terug gebracht naar Cetinje. In een kerkje vlak naast het paleis ligt hij nu begraven.
Servier of Montenegrijn?
In Cetinje zal iedereen je haarfijn kunnen vertellen wat een Montenegrijn is. In Cetinje wonen uitsluitend Montenegrijnen. Maar in de rest van het land liggen de verhoudingen anders. Ten tijde van het referendum noemde slechts een minderheid van de bevolking zich Montenegrijn. Een iets kleiner deel Serviër. Een nog kleiner deel Moslim. Meer achtergronden over: Montenegro Wikipedia
Maar een Serviër in Montenegro kan zich ook Montenegrijn noemen en een Montenegrijn kan zich ook een soort Serviër noemen. Al reizen door Montenegro loop je er geheid tegenaan en zul je er snel geen logica meer in zien. Voor de inwoners van het land is het net zo min duidelijk, dus wees gerust.
Petrovic Njegos
Om iets te begrijpen van hoe de vork in de steel steekt gaan we even terug naar een ander geestelijk-politiek leider, Petar 1 Petrovic Njegos. Hij was naast staatshoofd en aartsbisschop ook dichter. In zijn epische werk Gorski Vijenac beschrijft hij de vele veldslagen tegen de Ottomanen. Heroïsche daden, smeuïge details, maar vooral veel dubbelzinnigheid klinken door in dit werk. Hij noemt de Montenegrijnen de dappersten aller Serviërs. Montenegrijnen zijn dus Serviërs, maar wel van een speciaal soort.
Ze onderscheiden zich door strijdlust en eer en daarom zijn de Montenegrijnen, in tegenstelling tot de Serviërs in Servië, nooit door de Ottomanen overheerst. Nu is dit allemaal eeuwen geleden en lijkt het nogal vergezocht om de onafhankelijkheid van Montenegro zo uit te leggen. Maar in de recente politieke ontwikkelen van pakweg de laatste vijftien jaar, was het vraagstuk waarmee Njegos de mensen had opgezadeld ontzettend actueel.
Stemmen voor en tegen de onafhankelijkheid van Montenegro werden in sterke mate bepaald door etniciteit. Dat Montenegro onafhankelijk werd uiteindelijk, lag niet aan een meerderheid van Montenegrijnen (want die was er niet), maar aan de bijna twintig procent Moslims die van Servië los wilden breken. Een bizarre ontknoping was het dus, toen in op een avond mei 2006 het grote plein in de hoofdstad Podgorica volstroomde met een uitzinnige menigte.
Wapperend met rode vlaggen en vierend met vreugdeschoten juichten ze het kakelverse land de toekomst in. President Milo Djukanovic, vaak in verband gebracht met vrouwenhandel en sigarettensmokkel, werd alles vergeven en met een grijns van oor tot oor sprak hij de menigte toe.
Nationale park Durmitor
Naast de genoemde baai van Kotor en het Lovcen gebergte kent Montenegro nog drie nationale parken. Een ongekende statistiek als je bedenkt dat het land slechts twee keer de provincie Noord-Brabant is qua oppervlakte. Durmitor in het noorden is druk bezocht, maar niet voor niets. Hier ligt de hoogste berg van het land en zoals met alle hoogste pieken trekt ook deze veel wandelaars.
Maar de meesten blijven in en om uitvalsbasis Zabljak dus de goedgemarkeerde paden zijn doorgaans rustig. Welke wandeling je ook maakt, zorg dat je eindigt bij het zwarte meer (net buiten Zabljak) want daaraan gelegen is het mooiste restaurant van het land. Helemaal van hout, met schapenvellen op de banken en een grote stoof in het midden. Nergens smaakt de maaltijd en de Pivo beter dan na een wandeling op het terras aan het zwarte meer.
Durmitor herbergt als extraatje ook de diepste canyon van Europa, de Tara. Er worden raftingtrips georganiseerd vanuit Zabljak. Minder druk bezocht is Biogradska Gora NP. Hier zijn minder wandelroutes. De grote plus is hier dat je vanaf de parkeerplaats (bij het meer van Biogradska) zo de oerbossen in wandelt. Aan het meer zijn leuke houten chaletjes te huur. Je kunt er zwemmen en kampvuur maken. Al met al een echte off the beaten track bestemming.
Savin Kuk
Al met al biedt dit kleine land tussen Balkan en Mediterranee de bezoeker een ongekende diversiteit. Vooral voor buitensporters en culturele fanatici is er veel te genieten. Voor liefhebbers van rustige stranden biedt Kroatië veel meer mogelijkheden, maar een dagje strand is ook in Montenegro nooit ver weg. Je kunt het zelfs zo gek maken om begin mei of half oktober de dag te beginnen met een duik in de zee en een uurtje zonnen, om vervolgens op drie uur rijden de latten onder te binden en op de hellingen van Savin Kuk (Durmitor) te skiën.