De haven Castries op Saint Lucia. Het caribische eiland wordt jaarlijks door honderdduizenden toeristen bezocht vanwege het warme klimaat, de zandstranden en de prachtige natuur.
Een écht Caribisch eiland, dat kan Saint Lucia wel genoemd worden. Het heeft het allemaal: een oorlogszuchtig verleden inclusief piraterij, zandstranden met palmbomen en pittoreske resorts, afgelegen rustieke vissersdorpjes, een bergachtige jungle met vreemde beesten en planten, bananenplantages, ongelimiteerd fruit eten, en bovenal een ‘adembenemend’ mooi onderwaterlandschap.
De vorm van St.Lucia is die van een waterdruppel, en dat is kenschetsend voor dit eiland. Het regent er namelijk vaak, veel korte buitjes van nog geen 5 minuten. De binnenlanden van St.Lucia zijn dan ook overwoekerd met regenwoud. Ook al is de oppervlakte van het eiland niet zo groot, het is wel erg bergachtig met pieken tot tegen de 1000 meter.
De meeste dorpjes zijn dan ook aan de kust gelegen, en veel van het leven heeft te maken met water. Er wordt veel gevist, maar de grootste inkomstenbron is het toerisme. Dat komt in grote getale naar het eiland voor diverse activiteiten gerelateerd aan de watersport, zoals zeilen, duiken, snorkelen of gewoon een beetje liggen op strand of jacht. Rondom Castries (met name rond Gros Islet en Rodney Bay) vind je de beste stranden, en dus de meeste toeristen.
Pitons bij Soufrière
Hét kenmerk van St.Lucia is het uitzicht op de Pitons bij Soufrière in het zuidwesten. Dat zijn twee kegelvormige vulkanische pieken die ongeveer 800 meter steil uit het water naar boven komen. Dit gebied is een van de beste plekken om te duiken en te snorkelen in het Caribisch gebied.
Het bergachtige landschap van St.Lucia is namelijk ook onderwater bergachtig. Hier vlakbij ligt nog een andere bezienswaardigheid van St. Lucia, ‘s werelds enige drive-in vulkaan – Sulphur Springs. Dit is een krater die niet meer kratervormig is, zodat je naar binnen kunt rijden. Er is een continue vulkanische activiteit, die zorgt voor tal van zwavelhoudende heetwaterbronnen of modderpoelen. Het stinkt er dus behoorlijk.
Hoofdstad Castries
Saint Lucia behoort tot de zuidelijke Kleine Antillen, en is een van de Bovenwindse eilanden – gelegen tussen Martinique en Saint Vincent (die beiden zichtbaar zijn bij helder weer!). In 1979 werd Saint Lucia een onafhankelijke staat, daarvoor was het anderhalve eeuw een Britse kolonie geweest.
In de anderhalve eeuw daarvóór verwisselde het eiland maar liefst 14 maal van hand – tussen de Britten en de Fransen – omdat het eiland strategisch ligt, en Castries bovendien een goede, beschutte haven heeft. De Franse tijd klinkt overigens nog wel door. Niet alleen hebben veel dorpjes een Franse naam, maar de taal en het eten zijn doorspekt met Franse invloeden.
Saint Lucia op het wereldtoneel
Nam het eiland in de koloniale periode nog een prominente plaats in in de regio, ook in de eigentijdse geschiedenis doet Saint Lucia nog wel eens van zich spreken. Het eiland heeft maar liefst twee Nobelprijswinnaars voortgebracht. In 1979 heeft Sir Arthur Lewis de Nobelprijs voor de Economie gekregen, en in 1992 kreeg Derek Walcott de Nobelprijs voor de Literatuur. Walcotts beroemdste werk plaatst de omzwervingen van Odysseus in een Caribische omgeving.