In de hoofdstad Ashkhabad moet je zeker het bijzonder grote centrale plein bezoeken. Met het paleis op de achtergrond.
Tachtig procent van Turkmenistan bestaat uit woestijn. Dwars door deze woestijn, de Karakum (of Zwart Zand) woestijn, loopt in het noorden de grens met Oezbekistan, gevormd door de rivier Amoe Darja. In het westen grenst Turkmenistan aan de Kaspische Zee, in het zuiden aan Iran en in het oosten aan Afghanistan.
Het is niet zeker wanneer de eerste mensen het Turkmeense gebied aandeden, maar wat wel met zekerheid gesteld kan worden, is dat de mensen die hier kwamen niet lang op een plek bleven. Niet Alexander de Grote op weg naar India, niet de Mongolen op hun expansie westwaarts, maar ook niet de lokale bevolking. Vanwege de alomtegenwoordige woestijn was het noodzaak om altijd op zoek te gaan naar een volgend stukje vruchtbare grond, oases in de Karakum woestijn. Meer achtergronden in: Wikipedia Turkmenistan
Lenin en Stalin
Pas een generatie of twee geleden kwam er min of meer een eind aan de nomadische levenswijze van de verschillende Turkmeense stammen, gedwongen door de Russen onder Lenin en Stalin. In 1924 werd Turkmenistan, na wat schermutselingen met Britse troepen, Russiche contra-revolutionairen en Turkmeense onafhankelijkheidsstrijders, een Sovjet-staat.
Het duurde overigens nog tot 1936, voordat de Russen echt vaste greep hadden over Turkmenistan. De president van Turkmenistan noemt zichzelf Turkmenbashi, wat zoveel betekent als ‘De Grote Turkmeen’. Zijn echte naam is echter Saparmurad Niyazov en net als de presidenten van Kirgizië, Oezbekistan en Kazachstan, was hij ook al de baas tijdens de Sovjet-tijd.
Sinds de onafhankelijkheid is er weinig veranderd; de portretten van Lenin zijn alleen vervangen door portretten van Niyazov. Er is ook een havenstadje dat Turkmenbashi heet, gelegen aan de Kaspische Zee, en vanwaar het mogelijk is om de boot te nemen naar Azerbaijan.
Asjchabat
Asjchabat is de hoofdstad van Turkmenistan, maar heeft weinig te bieden. Dit is gedeeltelijk te wijten aan een grote aardbeving in 1948, maar voornamelijk aan de afkeer die Turkmenen hebben van steden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meeste bezienswaardigheden ruïnes zijn.
De meest interessante plekken zijn Merv (vlakbij het plaatsje Mary) en Konya-Urgench (nabij de Oezbeekse grens). Merv was een belangrijke stop op de Zijderoute, en Konya-Urgench is de plek waar het vroegere khanaat Khorezm was gelegen. Beide plaatsen werden enkele malen totaal verwoest (o.a.
Dzjengis Khan en Timoer de Lamme), en met Khorezm was het geheel over toen de Amoe Darja een andere weg naar het Aralmeer vond. Een andere historische plaats ligt vlakbij Ashgabat, namelijk Geok-Tepe. Hier moordden de Russen aan het eind van de 19e eeuw duizenden Turkmenen uit, in een poging om het Turkmeense verzet tegen de tsaar te breken. Dat lukte.
Karokam woestijn
De grootste bezienswaardigheid is natuurlijk de Karakom-woestijn. Een enorm uitgestrekte vlakte, vol met zand en zilt (maar ook verrassend veel planten- en dierenleven).