Het traditionele Thatch huisje op Nguna eiland, dat 32 km² groot is en als hoogste punt 593 m heeft.
Het leukste weetje van Vanuatu is ongetwijfeld dit: hier vandaan komt het benji-springen. Je leven aan een draadje: voor de één de wreedste nachtmerrie – voor de ander het absolute einde, als het even tegenzit ook letterlijk. Het is de bekendste maar slechts één van de vele tradities van een eigenzinnig volk.
Een volk dat als geen ander steeds de kunst verstaan heeft om braafjes ja te knikken tegen haar missionarissen, maar diep in zich heidens bleef. En koppig vasthield aan eeuwenoude gebruiken. De Ieren van de Pacific dus, zeg maar. En ook op Vanuatu kon de ontmoeting met de Britten best een behoorlijk stukje beter…
Een niet onbelangrijke minderheid (16%) belijdt trouwens het animisme, het geloof dat alles een eigen ziel heeft, één van de grondslagen van het boeddhisme. Op animisme berust het geloof aan allerlei geesten, nachtmerries, weerwolven, de voorouderverering en het totemisme. Niet meteen de ratio voorop dus…
Een teken aan de wand is het opmerkelijk hoge bevolkingscijfer van het platteland (80%) in vergelijking met dat van de hoofdstad (20%). Helemaal niet typisch voor de Pacific, en het wijst op sterke hang naar de traditie.
Nieuwe Hebriden
En platteland is er genoeg in de archipel, met veel afgelegen regio’s. Het uitzicht van een doorsnee eiland op Vanuatu is het volgende: een ontoegankelijk binnenland (voornamelijk door dichte begroeiing en diepe ravijnen) en een relatief vlakke kustring, waar we de bevolking en hun transport en landbouw (vooral kokosplantages) vinden.
Er is weinig of geen bosbouw in het binnenland, door het moeilijke terrein en ook al omdat de meeste boomsoorten economisch niet interessant zijn. Tot in 1980 heette Vanuatu de “Nieuwe Hebriden”, een naam haar gegeven door Kapitein Cook (hij alweer, ja). Daarvóór hadden de Fransen de regio de “Grote Cycladen” genoemd. Nu is de officiële naam “Republiek Vanuatu”, kortweg Vanuatu.
Makkelijkheidshalve onderscheiden we drie grote gebiedsdelen. De noordelijke groep beslaat de Torres en Banks eilanden. Centraal vinden we naast de hoofdstad op Efate ook Pentecost (de eigenlijke wieg van het benji), Maewo en Espiritu Santo, het grootste eiland. De drie voornaamste eilanden in het zuiden zijn Erromango, Tanna en Aneityum. In totaal zes eilanden vormen hier de Tafea groep. Aneityum is het meest zuidelijke eiland en heeft het meest aangename klimaat.
Torres eilanden
De Torres groep telt zes eilanden, waarvan twee onbewoond. Vanuatu is strikt genomen Melanesië, samen met Nieuw-Caledonië, Solomon, Fiji en Papoea. Maar op Torres is de Polynesische invloed groot, en toerisme nagenoeg onbestaande. Krab, elders een dure lekkernij, is hier dagelijkse kost. Net als paganisme trouwens. Kinderen die amper schoollopen roken wel al volop tabak. Uit holle krabbepoten. Op een eiland is het immers roeien met de krabben die je hebt.
Gaua, het op een na grootste eiland van de Banks groep, is een mekka voor vulkanologen en ornithologen. De Garet spuwt en rommelt alsof elk moment de hel kan losbarsten, en honderden vogelkolonies gebruiken de warme aarde dankbaar als broedplaats. Je raakt op Gaua met het vliegtuig vanuit Luganville. Maewo, in het noordwesten van de centrale groep, is de place to be voor biologen. Meer achtergronden en feitelijke informatie over Vanuatu: Wikipedia Vanuatu
Watervallen, wildwaterrivieren en een dik pak groen – dit is jungle territorium. En de bewoners leven dan ook zo. Ook in Maewo raak je vanuit Luganville, de meest Europees aandoende stad van Vanuatu en tevens meest geschikte uitvalsbasis voor het noorden en het centrum. Maar voor het overige kan deze stek weinig meer bieden dan wat resten van W.O.II.
Groeiend Vanuatu
Overal in de archipel vind je vulkanische activiteit. De hele rift waarop het gebied ligt, blijft namelijk rijzen. Vanuatu blijft dus groeien. Om de zoveel tijd komen wel nieuwe toppen boven water piepen. Meer dan de helft van de hellingen op de eilanden is dan ook ronduit steil te noemen. Sociaal gezien ligt de nadruk echter veeleer op groeipijnen.
Om te beginnen draagt Vanuatu een bijzonder zware erfenis. In de negentiende eeuw verloren heel wat eilanden tot 90% en zelfs meer van hun bevolking. Door import-epidemies en door blackbirding, het kidnappen van slaven bestemd voor Fiji en Australië. In 1800 telde Vanuatu nog 1 miljoen inwoners. Amper honderd jaar later was dat aantal gedaald tot 100.000, en in 1935 werd een absoluut dieptepunt bereikt met amper 40.000 inwoners.
Ondertussen is dat cijfer weer op peil gebracht, bovendien bijna uitsluitend met autochtonen. Een mooie krachttoer. Wat niet betekent dat alle problemen van de baan zijn. De jonge republiek heeft het grootste geboortecijfer van de hele Pacific, maar tegelijk ook het hoogste babysterftecijfer. Het onderwijssysteem stamt nog uit de koloniale periode.
Meer dan een derde van de bevolking is jonger dan vijftien, maar de arbeidsmarkt lijkt lang niet klaar om dat jonge geweld straks op te vangen. De levensverwachting tenslotte ligt op een schamele 60 jaar, terwijl de kokospalm, belangrijke pijler van de Vanuatu economie, 75 jaar vruchten draagt. Een pijnlijke sociologische vaststelling en metafoor, die ik vast niet als eerste maak …
Drank Kava
Maar er is altijd hoop. En hoop doet leven, niet? De toerismesector boomt. De export van de nationale drank kava stijgt gestaag. Vanuatu gaat er prat op de beste kava te brouwen uit de hele Pacific. En als belastingparadijs lokt Vanuatu duizenden bedrijven. Al deze zaken brengen de republiek nieuwe inkomsten en werk. En bovenal blijken Oceaniërs het geheim te kennen van de eeuwige lach. Een zesde zintuig misschien? Of alweer die eigenzinnigheid? In elk geval een levenskunst als geen ander.